Voorbeelden van het gebruik van Oud in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nee, ik ben gewoon oud.
The Blood is oud.
Oud dorp, veel nieuwe huizen.
Dat is een oud, Arcadisch hotel.
In 'n oud, vervallen huis.
Waardoor je op slag dood bent. Een oud, smakeloos, kleurloos, en niet-geurend kruid.
Toen ik 12 jaar oud was, werd ik als slaaf verkocht.
Wat? Hou oud zie ik eruit?
Nee, misschien ik ben te oud.
Ze is oud.
Oud Kryptoniaans gedrocht.
Ik ben geen oud vrouwtje. Luister.
Oud snagging-lied.
Een oud christelijk en heidens brouwsel.
Oud Haven Hotel.
Oud zijn is vreselijk vermoeiend?
Ik ben te oud om af te wachten.
Ja, en ze zijn erg oud.
Ze zijn de enige die niet oud zijn.
Ik gaf mijn zoon oud snoep met een tand erin om geld te besparen.