Voorbeelden van het gebruik van Straf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De straf is onherroepelijk.
Straf mijn volk niet.
Je straf zal mild zijn.
Waarlijk, ik ducht voor u de straf van een vreeselijken dag.
Het is een straf.
Hij was de laatste van diegenen die de straf naar ons toe brachten.
Momenteel zit Van Eyken zijn straf uit in de gevangenis van Leuven-Centraal.
Als ik straf heb, moet ik ook maar niet naar dit feestje gaan.
Zes. Tweemaal werd de straf uitgevoerd door iemand anders. Vier.
Waarom straf je mij zo?
Schuldig. Een straf zal worden bepaald voor punt twee.
Proef dus de eeuwig durende straf voor hetgeen gij hebt verricht.
En hun Heer heeft hen behoed voor de straf van de Hel.
Ik heb mijn straf gekregen.
is ook onze straf.
Kan m'n straf niet vervallen
Zit u nu niet 'n straf uit van 1412 jaar voor poging tot ontvoering van 'n rechter?
De straf is de dood.
Straf mij.
Je hebt een week straf omdat je tegen ons hebt gelogen.