Voorbeelden van het gebruik van Schreeuwen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij eet z'n eigen schreeuwen.
Ik volgde ze totdat ik het schreeuwen hoorde.
Hij stopt niet met schreeuwen.
Is iedereen daar niet verkleed en aan het schreeuwen?
nooit horen schreeuwen.
Niet schreeuwen!
Omdat hij niet stopte met schreeuwen.
En eindigen dan in roepen en schreeuwen.
op de derde dag begon het schreeuwen.
Je moet Addison met rust laten Want je maakt haar aan het schreeuwen.
Moeders schreeuwen naar hun kinderen,"Nee.
Niet schreeuwen, Betina.
Alstublieft, wilt u stoppen met schreeuwen?
Wat heb je gedaan na het schreeuwen?
Tot in Spanje klonk hun schreeuwen!
Niet schreeuwen, doc!
Niet schreeuwen. Slecht voor je keel!
en mensen schreeuwen.
Net als Giuffre houdt Rosetta meer van fluisteren dan van schreeuwen.
we hoorden je schreeuwen!".