GETROUWD GEWEEST - vertaling in Spaans

• estuve casado
• se ha casado
• casado una vez
• fueron casados
• estado casado
• estado casados
• estuvo casado
• casada una vez

Voorbeelden van het gebruik van Getrouwd geweest in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

Ik ben nog nooit getrouwd geweest.".
Nunca he estado casada".

Klik op"35 en nooit getrouwd geweest.".
Busca en"mayor de 35 y que no se haya casado antes.".

Mijn derde vrouw had geen persoonlijkheid en we zijn vier jaar getrouwd geweest.
Mi tercera esposa no tenía personalidad y estuvimos casados 4 años.

Ik ben nooit getrouwd geweest.
Te dije que nunca estuve casada.

Ik ben nooit getrouwd geweest.
Nunca tuve ocasión de estar casado.

Dus je bent eerder getrouwd geweest?
Entonces,¿tengo entendido que estuviste casada?

Sonny is nooit getrouwd geweest.
Sonny jamás estuvo casada.

Velen van hen zijn getrouwd, of getrouwd geweest.
Muchos han estado casados o están casados todavía.

Jess is 18 jaar oud, je bent 20 jaar getrouwd geweest.
Jess tiene 18 años, ustedes estuvieron casados 20 años.

Kevin is getrouwd geweest voor meer dan 25 jaar.
Kevin ha estado casado por más de 25 años.

Jij bent getrouwd geweest.
Usted ha estado casado.

Ooit getrouwd geweest?
¿Alguna vez te has casado?

Hij is nooit getrouwd geweest.
El nunca ha estado casado.

Getrouwd geweest, een 9 jarige zoon.
Divorciada, con un hijo de 9 años.

Ik ben getrouwd geweest.
Yo he estado casado.

Je bent één keer getrouwd geweest en je hebt de scheiding aangevochten.
Se que te casaste solo una vez y después te divorciaste.

Jij bent nooit getrouwd geweest.
Tú nunca has estado casado.

Nooit getrouwd geweest, geen naaste familie bekend.
Nunca se ha estado casado, no hay registro de familia cercana.

Ik ben ooit getrouwd geweest.
Ya sabes, he estado casado.

Hij is getrouwd geweest en alles kwijt geraakt.
Se casó y lo perdió todo.