Voorbeelden van het gebruik van Het beloofd in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je hebt het beloofd.
Ze zegt dat je het beloofd hebt.
Gisteravond heb je het beloofd.
Kom op mam, je hebt het beloofd.
Je moet. Je hebt het beloofd.
Je hebt het me beloofd. Betekent dat niets voor je?
Ik had het beloofd van die laatste lijn, maar.
Ik weet dat ik het beloofd heb, maar er is iets tussen gekomen.
Je hebt het beloofd, pappa.
Je hebt het beloofd, Ray.
Je had het beloofd als ik in dat touw zou klimmen.
Omdat Martin het beloofd had… geen kinderen meer.
Je hebt het beloofd… je zei dat we Asa geen kwaad zouden doen.
Je had het beloofd. Jij en ik samen,
Jij hebt het beloofd, ik niet.
Hij had het beloofd, moest het waarmaken, of zo.
Je hebt het beloofd. Je zou niet boos worden oké?
Jij hebt het beloofd.
Je hebt het beloofd, McManus.