Voorbeelden van het gebruik van Kent in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik geef je de wereld die ik niet kent.
Betty een man is vermoord, iemand die jij kent.
Omdat je enkele oenen kent.
Vind je het erg als ik vraag, hoe je Mr. Farmer kent?
Een man als hijzelf, die de zeeën kent als zijn broekzak.
Nou… als ik in zijn college zit… voelt het alsof hij mij kent.
Jij bent de eerste die ik spreek die haar niet kent.
Nee, maar ik ken hem niet, en jij kent hem wel.
Je huilt niet over iemand die je nog maar drie weken kent.
Maar het schijnt sinds Vincent jou kent, hij zich levend voelt.
Ik heb het gevoel dat u hem beter kent dan ik.
hij een kant heeft die je niet goed kent.
Dus, je zei dat je een paar van die kinderen kent.
Anna kent de eerste duizend cijfers van π van buiten.
Bror kent hem.
Pap, je kent Frankie toch nog.
Leo, je kent Agent Hoyt toch nog wel?
Je kent mijn vrouw Marion.
Je kent m'n neef, Evan,?
Niemand kent die nummers beter dan jij.