TUVO - vertaling in Nederlands

had
tener
haber
contar
disponen
poseen
kreeg
obtener
conseguir
llegar
ganar
dar
adquirir
entrar
obtención
contraer
lograr
moest
necesario
necesitar
deben
tienen que
kende
conocer
saber
tienen
están familiarizados
heeft
tener
haber
contar
disponen
poseen
hadden
tener
haber
contar
disponen
poseen
gehad
tener
haber
contar
disponen
poseen

Voorbeelden van het gebruik van Tuvo in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
En marzo, tuvo una caída y se rompió una cadera.
In maart kreeg ze een val en brak ze een heup.
Ella me dijo que tuvo un reemplazo de válvulas cuando era adolescente.
Ze zei me dat ze een klep laten vervangen heeft als tiener.
Ese es el unico lugar en el que tuvo atención de una figura paterna.
Dat is de plaats waar ze aandacht kreeg van een ouderfiguur.
¿No tuvo una clase con Ud el sábado pasado?
Heeft ze zaterdagmiddag geen pianoles gehad?.
Discúlpeme, esta mañana tuvo un accidente con un auto?
Excuseer, had U vanmorgen een probleem met een auto?
Y los tuvo. Fueron con usted en la redada.
Die heeft u, die waren mee met u..
¿Alguna vez tuvo problemas de corazón antes? No lo sé?
Heeft u eerder hartproblemen gehad?.
Tuvo un hijo, tres meses después de que te reportaron desaparecido.
Ze kreeg een zoon, 3 maanden nadat je vermist werd.
Tuvo un aborto, tras lo cual Crowley tomó Olsen volver a Francia.
Ze een miskraam, waarna Crowley nam Olsen terug naar Frankrijk.
¿Está diciendo que gracias a mí tuvo doble buena suerte ayer?
Dus dankzij mij heb je gisteren twee keer geluk gehad?.
¿nunca tuvo un accidente?
Hebt u nooit een ongeluk?
¿Y tuvo hijos con su primer esposo?
Heeft u kinderen gekregen met uw eerste echtgenoot?
Soy taxista, creo que no tuvo tiempo de darse cuenta.
Maar daar hebt u niets van gemerkt.
¿Y tuvo una buena experiencia con ese producto?
En hebt u goede ervaring met dat product gehad?.
¿Viste la actitud que tuvo conmigo en el gimnasio?
Heb je zijn houding gezien in de sportschool?
Seguramente no tuvo unas vacaciones normales
Je hebt vast geen normale vakantie
¿No tuvo éxito con su solicitud?
Heeft u toch geen succes met uw aanvraag?
Tuvo una densidad de cañón importante tener una buena eficacia en una granizada.
Zij had een dichtheid van kanon belangrijk te beschikken over goede werkzaamheid in een hagelbuien.
Tuvo una mala reacción a la benzo,
Ze heeft slecht gereageerd op de benzo
¿Cuánto contacto tuvo con la banda después de la muerte de Andy?
Hebt u sinds Andrews dood nog contact met de band gehad?.
Uitslagen: 28990, Tijd: 0.078

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands