GINGEN - vertaling in Nederlands

gingen
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
zijn
sind
wurden
haben
geben
liepen
laufen
gehen
zu fuß
spaziergang
rennen
spazieren
kommen
wandern
führen
wandeln
vertrokken
gehen
fahren
verschwinden
verlassen
weg
los
abreisen
aufbrechen
abhauen
starten
daalde
sinken
fallen
zurückgehen
senken
verringern
abnehmen
gehen
steigen
rückläufig
schrumpfen
namen
nehmen
treffen
ergreifen
übernehmen
machen
gehen
bringen
haben
holen
werden
wegging
verlassen
ging
weg warst
fortging
verschwand
wegfuhr
keerden
kehren
wenden
kommen
oft
stellen
drehen
zurück
gehen
mehrfach
zurückkehren
ging
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
gaan
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
gegaan
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
waren
sind
wurden
haben
geben
liep
laufen
gehen
zu fuß
spaziergang
rennen
spazieren
kommen
wandern
führen
wandeln
vertrok
gehen
fahren
verschwinden
verlassen
weg
los
abreisen
aufbrechen
abhauen
starten
daalden
sinken
fallen
zurückgehen
senken
verringern
abnehmen
gehen
steigen
rückläufig
schrumpfen
is
sind
wurden
haben
geben
was
sind
wurden
haben
geben
nam
nehmen
treffen
ergreifen
übernehmen
machen
gehen
bringen
haben
holen
werden
weggingen
verlassen
ging
weg warst
fortging
verschwand
wegfuhr
lopen
laufen
gehen
zu fuß
spaziergang
rennen
spazieren
kommen
wandern
führen
wandeln

Voorbeelden van het gebruik van Gingen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Um Mitternacht gingen wir mit einer Laterne in die Kirche.
Om middernacht namen we een fakkel mee naar de kapel.
Als Sie neulich gingen, musste ich ständig daran denken.
Toen je laatst wegging, bleef ik er maar aan denken.
Sie gingen durch unsere Flure.
Ze liepen door onze gangen.
Als sie gingen, erschoss man sie.
Ze zijn buiten neergeschoten.
Wir gingen selten ins Kino.
We gingen zelden naar de bioscoop.
Wir tranken Tee. Wir gingen.
We dronken thee. En we vertrokken.
Am dritten Tag gingen deine Soldaten aufeinander los.
Op de derde dag keerden je soldaten zich tegen elkaar.
Also gingen wir.
Dus zijn we weggegaan.
Die Verkäufe gingen von 1995 bis zum UZ um 7% zurück.
De verkoop daalde van 1995 tot en met het onderzoektijdvak met 7.
Als wir klein waren, gingen unsere Eltern mit uns in eine Zaubershow.
Toen we klein waren, namen onze ouders ons mee naar een goochelshow.
Ja. Als Sie das letzte Mal gingen, sagten Sie, dass man mich nur bemitleiden könne.
Ja. Toen u laatst wegging, had u het over medelijden.
Und dann gingen Sie und Mr. Ward.
En toen zijn u en Mr. Ward.
Wir gingen ins Hotel zurück.
We liepen terug naar het hotel.
Wir gingen jede Woche zu den Champions.
We gingen iedere week naar de Champions.
Nach einer Stunde gingen wir.
Na een uur vertrokken we.
Und dann gingen sie alle auf mich los, wie die Geier.
En toen keerden ze zich tegen mij. Als gieren.
Darum gingen wir.
Daarom zijn we weggegaan.
Die Maschinen gingen an Popularität in der ersten Hälfte des 20. Jahrhunderts.
De machines daalde in populariteit in de eerste helft van de 20e eeuw.
Vor vierzehn Jahren gingen wir alle zum Militär.
Veertien jaar geleden namen we allemaal de shilling van de Koning aan.
Als Sie gingen, hätten Sie es ihnen besser erklären sollen.
Toen je wegging… had je het beter moeten uitleggen.
Uitslagen: 5623, Tijd: 0.1858

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands