Voorbeelden van het gebruik van Muss echt in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Es muss echt aussehen. Gut. Mehr.
Es muss echt aussehen. Blut. Was?
Wat? Bloed, het moet echt zien?Alter, ich… Ich muss echt los.
Gast, ik… Ik moet echt gaan.Hey.- Hey, Dad, ich muss echt los.
Hé, pap, ik moet echt ophangen.Sorry. Ich muss echt pinkeln.
Sorry, ik moet echt plassen.Ja, Steve, ich muss echt.
Ja, Steve, ik moet echt.Ich muss echt gehen. -Noch eins.
Nog eentje. Ik moet echt weg.Schätze, die Eiscreme muss echt lecker sein, häh?
Ich muss echt betrunken sein.
Ik ben vast dronken.Es muss echt aussehen.
Het moest echt lijken.Muss echt sein.
Moet echt zijn.Ihre Reaktion muss echt sein.
Der Diebstahl muss echt aussehen!
De inbraak moet wel echt lijken!Die Scheiße muss echt aussehen.
Het moet echt lijken.Er muss echt hetero sein.
Hij moet wel erg hetero zijn.Muss echt schwer sein. Mann.
Dat moet echt moeilijk zijn. Man.Dieser Typ muss echt was Besonderes sein.
Hij moet heel bijzonder zijn.Muss echt hart sein.
Dat moet echt heel moeilijk zijn.Sie muss echt sauer sein.
Ze moet wel erg boos zijn.Sarah muss echt wichtig sein!
Sarah moet super belangrijk zijn!
