ARGUING - vertaling in Nederlands

['ɑːgjuːiŋ]
['ɑːgjuːiŋ]
ruzie
fight
argument
quarrel
row
beef
altercation
feud
dispute
hassle
disagreement
argument
reason
point
case
arguing
discussiëren
discuss
argue
debate
argumenteren
argue
argument
argumentation
pleiten
advocate
plead
argue
call
urge
support
recommend
plea
in favour
advocacy
ruziemaken
fight
argue
quarrel
discussie
discussion
debate
argument
thread
dispute
question
bekvechten
argue
fight
bickering
quibble
quarrel
redetwisten
dispute
quarrel
argue
contend
kibbelen
bicker
fight
quibble
squabbling
argue
squabble
quarrel
ruziënd
te ruziën
stellende
te twisten
bakkeleien
met ruziemaken

Voorbeelden van het gebruik van Arguing in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Gay and brown and arguing for the other side?
Gay, bruin en pleiten voor de tegenpartij?
Just weary. Of arguing, riding… persuading.
Overtuigen. Van argumenteren, rijden, Gewoon moe.
Arguing with the lady.
Een discussie met de verkoopster.
Arguing with Kyle Reese puts us at a strategic disadvantage.
Discussiëren met Kyle Reese is strategisch onhandig.
It seemed easier than arguing.
Het leek makkelijker dan het argument.
No fighting. No arguing.
Niet vechten, geen ruzie.
All the talking and the arguing and the complaining. Everything.
Al het gepraat en de redetwisten en het geklaag. Alles.
What are you arguing, counsel?- Your honor.
Wat ben je aan het argumenteren, advocaat?- Edelachtbare.
No arguing or like that.
Geen discussie of zo.
Arguing against you, I'm told.
Tegen jou pleiten, kennelijk.
Arguing is not gonna bring the team back any faster.
Ruziemaken zal ons team niet sneller terugbrengen.
I'm tired of arguing with you.
Ik ben moe van dat discussiëren met jou.
We were arguing about something.
We waren ergens over aan het bekvechten.
I heard arguing.
Ik hoorde ruzie.
Arguing is allowed.
Argumenteren is toegestaan.
We can spend that time arguing, or you can show me how.
We kunnen die tijd kibbelen… of je kan me laten zien hoe.
No arguing, all right?
Geen discussie, oké?
I'm not arguing science with you!
Ik ga niet redetwisten over wetenschap met jou!
I overheard Wendell and his best man arguing.
Ik hoorde Wendell en zijn getuige ruziemaken.
I'm tired of arguing with you, Wait.
Ik ben moe van dat discussiëren met jou, Walt.
Uitslagen: 1576, Tijd: 0.1325

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands