WISH - vertaling in Nederlands

[wiʃ]
[wiʃ]
willen
want
wanna
wish
would like
would
need
will
seek
intend
aim
wensen
wish
want
desire
hope
need
request
requirements
preferences
aspirations
de wens
wish
desire
want
request
requirements
needs
graag
like
love
happy
please
gladly
hate
badly
want
glad
happily
verlangen
desire
require
longing
long
want
demand
craving
yearning
wish
ask
wou
want
wanna
wish
would like
would
need
will
seek
intend
aim
wens
wish
want
desire
hope
need
request
requirements
preferences
aspirations
wilt
want
wanna
wish
would like
would
need
will
seek
intend
aim
wil
want
wanna
wish
would like
would
need
will
seek
intend
aim
wenste
wish
want
desire
hope
need
request
requirements
preferences
aspirations
gewenst
wish
want
desire
hope
need
request
requirements
preferences
aspirations

Voorbeelden van het gebruik van Wish in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I wish I was in California right now.
Ik wou dat ik in California was nu.
As per your wish and your instructions.
Vanaf uw wens en uw instructies.
People who I wish were here to celebrate.
Mensen die ik graag hier had om te feesten.
Call it a dying man's last wish.
Noem het de laatste wens van een stervende man.
More? You wish to borrow more?
U wenst meer te lenen? Meer?
Why?-You wish to meet Max?
Wilt u Max ontmoeten? Waarom?
It all strengthened my wish for a serious education.
Het versterkte mijn verlangen naar serieus onderwijs.
Wish told me about your plans.
Wish vertelde me over je plannen.
I wish I understood you.
Ik wou dat ik u begreep.
And Rhonda? I wish you the best in Mexico.
En Rhonda? Ik wens je veel succes in Mexico.
Wish I could have said goodbye.
Ik had graag afscheid genomen.
It was my father's last wish.
Het was de laatste wens van mijn vader.
You wish to borrow more? More?
U wenst meer te lenen? Meer?
I wish to change our future!
Ik wil onze toekomst veranderen!
You wish to speak to Captain Ivanov?
Wilt u kapitein Ivanov spreken?
It was my wish to serve you.
Het was mijn verlangen om je te dienen.
I wish I could, but.
Ik wou dat ik kon, maar.
But I wish you success.
Maar ik wens u veel succes.
Things that I wish would go away.
Dingen die ik graag zou zien verdwijnen.
It is the king's wish.
Dat is de wens van de koning.
Uitslagen: 74046, Tijd: 0.0515

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands