Voorbeelden van het gebruik van Blijf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik blijf nog altijd je vader.
Blijf volhouden, zus.
Blijf thuis en rust uit.
Ik blijf jou voelen terwijl ik mezelf moet voelen.
Blijf in de stemming. Wacht!
Blijf zoeken. Maar hij is perfect.
Misschien blijf ik zelf CEO.
Blijf kijken, Catherine.
Ik blijf hier thuis… bij mijn vrienden.
Blijf even wachten op mijn teken.
Ik blijf niet voor hem de wereld overvliegen.
Blijf op je positie!
Blijf met je handen van het presidentiële serviesgoed af, vuile zwartjoekel!
Blijf sterk. Nee, Willi.
Blijf zoeken naar de CDC's.
Lk blijf u volgen tot u ja tegen me zegt.
Waarom blijf je vastgehouden zeggen?
Blijf volhouden, Tasha!
Ik blijf hier nog een paar uren.
Blijf achter me, idioot.