Voorbeelden van het gebruik van Hij heeft iets in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij heeft iets met m'n moeder gedaan.
Hij heeft iets te maken met dat Cal ziek is.
Hij heeft iets wat we willen.
Hij heeft iets in z'n bureau.
Hij heeft iets van me.
Hij heeft iets in zijn mond gestopt.
Hij heeft iets van zijn vroegere leven bij zich.
Hij heeft iets in me losgemaakt.
Hij heeft iets voor ons.
Ja, en hij heeft iets.
Hij heeft iets in mijn hoofd gezet.
Hij heeft iets te verbergen of is slim, of allebei.
Hij heeft iets te maken met Igors dood.
En hij heeft iets met haar zus. Zij gaat dus vreemd.
Hij heeft iets om naar uit te kijken.
Hij heeft iets ontdekt, u bent hem gevolgd
Hij heeft iets gedaan wat niet mag,
Hij heeft iets interessants gevonden.
Hij heeft iets.
Hij heeft iets anders gevonden om voor te leven.