Voorbeelden van het gebruik van Moment in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb geen moment aan je getwijfeld.
Dit is niet het moment om over series te praten. Wat?
Een moment met jou. Jou. Nee.
Connor kan hier elk moment zijn.
Hij kan elk moment opduiken.
Dit is mijn beste moment.
Op dit moment horen we de laatste 5 toon van Korotkov.
Op dit moment herinnert zij zich niets.
Lk denk dat dit hét moment is om daarmee te beginnen.
Heeft u een moment voor me?-Ja?
Alleen een moment om Tovah eer te betuigen.
Het moment is gekomen, Mr Carmichael.
Ze kan hier elk moment zijn.
Ik zal dat moment nooit vergeten.
Dit is niet het moment voor een schandaal.
Op het moment heeft de terminal een goede reputatie in Europa.
Op welk exact moment heeft Axelrod je geïnstrueerd om te kopen.
Ik werk… op dit moment, anders wel. Heb ik niet, nee.
En geen moment te vroeg.
Ze weet dat ik elk moment naar de politie kan gaan.