Voorbeelden van het gebruik van Argument in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het argument is echter niet steekhoudend.
Jij bent onderdeel van een argument dat ik met mijzelf heb.
Dit argument werd derhalve afgewezen.
Dit argument werd derhalve afgewezen.
Dit argument wordt daarom afgewezen.
Het economische argument is nog overtuigender.
Goed argument, hondje.
Nou, dat is een waardeloos argument en dat weet je.
Is het nog een debat als hij geen argument heeft?
Je wint nooit een argument.
Print() heeft een argument nodig.
FOUT: Leesfout voor argument 2 aantal.
Hun verzoek is afgewezen met het argument dat zij op Aruba wonen.
Daarom wordt het argument afgewezen.
En hij zegt:" Filosofen houden van het rationele argument.
Raad eens wie er heel wat overwicht zal verliezen voor dat argument.
Het is een oproep tot actie en niet een argument voor uitstel.
Brecht wil een argument.
Ik hoorde een argument.
In deze context schijnt het een argument voor het celibaat te zijn.