Voorbeelden van het gebruik van Gaan werken in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wandel met je mee. Ik moet gaan werken.
Misschien moeten wij voor hem gaan werken.
Laten we weer gaan werken.
dus leg me uit hoe dat zou gaan werken.
Toen keerden we terug naar Damascus, want ik moest gaan werken.
Ik wil misschien bij haar organisatie gaan werken.
Over het bedrijf waar ze gaan werken en over de jobinhoud.
Ik zou voor m'n oom gaan werken.
Ik moest bekaf gaan werken.
Ik moet gaan werken.
Jammer dat ik moet gaan werken.
Club hockey en sommigen van ons moeten morgenvroeg nog gaan werken, oké vriend?
June is gaan werken, Dr. Clayton
Ik moet weer gaan werken.
Kan ik weer gaan werken.
Ik weet dat je graag in een lab wilt gaan werken.
Jij bent vandaag niet gaan werken, is het niet?
Ik ben hier gaan werken voor jou en probeerde jouw wens te respecteren.
En je vader was er ook. Maar hij moest gaan werken.
Ik moet over vijf uur gaan werken.