Voorbeelden van het gebruik van Dat weet in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dat weet ik, maar hoe dient ons dat? .
Echt, dat weet ik.
Dat weet uw vrouw ook wel.
Dat weet iedereen toch doe nooit melk in citroen thee.
Nu je dat weet, kun je een relatie met haar opbouwen.
Dat weet je wel.
Dat weet ik.
Nee, je leeft niet, dat weet ik.
Nee, maar hij komt wel. Dat weet ik zeker.
Dat weet iedereen.
Dat weet je en daar kun je nu mee leven.
Maar dat weet je niet voordat je naar Weldon gaat.
Dat weet ik.
Dat weet je wel.
Dat weet iedereen.
Dat weet je, ik sprak er vast over in mijn slaap.
Als u dat weet, regelen de tabel met haar favoriete schotel.
Dat weet u niet, Ms. Groves.
Dat weet iedereen. M'n vader klaagde al over u.