STEHT STILL - vertaling in Nederlands

• staat stil
• is gestopt
• ligt stil
• sta stil
• stilstaat

Voorbeelden van het gebruik van Steht still in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Das gesamte öffentliche Leben steht still.
Met andere woorden: het hele openbare leven lag stil.

Glühwürmchen steht still.
De vuurvliegjes zijn gestopt.

Und steht still.
En nu staat het stil.

Steht still und hört zu.
Blijf staan en luister goed.

Ein guter Bediensteter steht still und bewegt sich rückwärts.
De sleutel tot goede bediening is stil staan en achteruit bewegen.

Und die Zeit steht still vor mir.
De tijd lijkt stil te staan voor mij.

Die Zeit steht still für meinen Bruder.
De tijd heeft stilgestaan voor m'n broer.

Die Baustelle steht still, und ins Büro wurde eingebrochen.
Het werk was stilgelegd en er was ingebroken.

Steht still!
Wees stil!

Es ist genau wie die Zeit steht still, wenn Sie auf dem Lande Haus wohnen,
Het is net alsof de tijd stilstaat als je verblijf op het platteland huisje,

Werden sie dann sagen: Steht still, bis wir zu euch gelangen! so wollen wir an unserm Ort stehenbleiben
Indien zij aldus tot ons zeggen: Staat stil, totdat wij aan ulieden komen; zo zullen wij

Unser Land steht still, wir brechen Weltrekorde,
Ons land staat stil, we breken wereldrecords

Timelapse oder hyperlapse Timelapse ist, wenn ein Fotograf steht still und nimmt ein Bild alle paar Sekunden,
Timelapse of hyperlapse Timelapse is wanneer een fotograaf stilstaat en maakt een foto om de paar seconden,

Die Welt steht still und alle an den Fernsehgeräten und den Radios.
De wereld staat stil, iedereen zit voor de tv of bij de radio, te wachten tot Mark Bellison komt en aan de mensen vertelt wat hij weet.

Ich schon. Sie stehen still.
U staat stil. Ik wel.

Ich… stand still.
Ik stond stil.

Sie stehen still. Ich schon.
U staat stil. Ik wel.

Steh still und sag nichts.
Sta stil zeg niets.

Aber der Minze stand still und steif, als sie auf ihn gehört.
Maar de munt stond stil en stijf, terwijl ze luisterde naar hem.

Ich schon. Sie stehen still.
Ik wel. U staat stil.