ACCUSING - vertaling in Nederlands

• beschuldigen
• beschuldiging
• verwijt
• beticht
• beschuldig je
• beschuldigt
• beschuldigde
• beschuldigd
• beschuldigingen
• verwijten
• verweten
• betichten
• betichtte

Voorbeelden van het gebruik van Accusing in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

She was furious, accusing him of trespassing.
Ze was woedend en beschuldigde hem van inbreuk te maken.

Well, falsely accusing someone is a punishable offense.
Als je iemand vals beschuldigt, dan ben je strafbaar.

There are also those accusing you for using a pseudonym.
Sommigen beschuldigen u ook van het gebruik van een pseudoniem.

Where did you get it from? Accusing me?
Vertel gewoon hoe je eraan komt. Beschuldig je me?

A student there is accusing me of rape.
Een leerling daar beschuldigd me van verkrachting.

This is on you. By accusing my son publicly, you have made him a target.
Door jouw beschuldigingen is mijn zoon nu een doelwit.

Was that woman seriously accusing your friend of kidnapping?
Beschuldigde die vrouw je vriendin nou van ontvoering?

You accusing me of something, Mr?
Beschuldigt u me ergens van, Mr Broome?

And wrongfully accusing someone of a crime is dangerous.
Iemand onterecht beschuldigen is gevaarlijk.

Where did you get it from? Accusing me?
Hoe kom je eraan? Beschuldig je me?

They're accusing me of obstruction of justice.
Ik word beschuldigd van obstructie van de rechtsgang.

Or accusing the others of some improper financial behavior.
Of beschuldigt de ander van ongepast financieel gedrag.

What, then, are the French political and judicial authorities accusing Mr Gollnisch of?
Wat verwijten de Franse politieke en rechterlijke autoriteiten de heer Gollnisch nu eigenlijk?

Puleng just attacked me after accusing me of posting that video of her family.
Puleng viel me aan en beschuldigde me van die video over haar familie.

They conceal their incompetence with delusions of power, the accusing of others;
Ze verhullen hun incompetentie met machtsfantasieën, beschuldigingen naar anderen;

Accusing me, insulting Elizabeth.
Mij beschuldigen, Elizabeth beledigen.

Accusing me? Where did you get it from?
Hoe kom je eraan? Beschuldig je me?

You're accusing me of treason.
Ik word beschuldigd van verraad.

There! You actually accusing me of this?
Je beschuldigt me echt hiervan? Daar?

Accusing me of testifying against him. He came storming in.
En beschuldigde me ervan tegen hem te getuigen. Hij kwam boos binnenstormen.