BRANCHE - vertaling in Nederlands

• tak
• onderdeel
• branch
• afdeling
• vak
• bedrijfstak
• aftakking
• vakgebied
• sector
• filiaal
• vertakking
• ledemaat
• deelgebied
• verbindt

Voorbeelden van het gebruik van Branche in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Fixation à la 1ère branche(A).
Bevestigen aan eerste armpje(A).

Vous deviez être du genre à grimper sur la plus haute branche.
U klom als meisje vast een tak hoger dan de rest.

Une entreprise de la branche de mobilier dédiée Plus d'informations.
Een bedrijf van het bijkantoor van het interieur Meer informatie.

La branche à Singapour a été inaugurée en 2009.
De vestiging in Singapore werd ingehuldigd in 2009.

Vous pouvez ainsi choisir un placement en branche 23 avec mécanismes de protection intégrés.
Zo kunt u kiezen voor een tak 23-belegging met ingebouwde beschermingsmechanismen.

Création d'un nouveau pointeur de branche.
Een nieuwe branch pointer maken.

Branche dans le ventre.
Stok in buik.

Elles visent en outre la connexité entre sa propre branche et les autres branches..
Ze omvat eveneens verwantschappen tussen het eigen vakgebied en andere vakgebieden.

Ce n'est plus une branche.
Nu is het geen zijtak meer.

A partir de là, nous avons déjà une deuxième branche.
Vanaf dit punt hebben we al een tweede tak.

C'est une branche.
Het is een stok.

Et la preuve, c'est cette branche?
En wat als het bewijs een stok is?

Mais quand même… de l'or dans une branche?
Maar… een goudstuk… binnen in een stok?

Avec une branche?
Met een stok?

Un skieur nautique qui s'est empalé lui-même sur une branche.
Een waterskier gespietst op een boomtak.

Je branche et elle explose.
Ik plug in, en hij ontploft.

Je branche tous les câbles, j'essaie d'imprimer.
Ik sluit alles aan en probeer te printen.

Branche le masque à 5 litres d'O2.
Sluit 't masker aan.

Branche l'ECG et l'écho sur la batterie.
Plug de EKG en de echoscoop in dat accupak.

Je branche le et appuyez sur le bouton.
Ik plug hem in en druk op de knop.