HAD HET - vertaling in Duits

• hätte es
• meinte
• sprach
• rede
• lag
• hatte es
• hättest es
• hat es
• redete
• meine

Voorbeelden van het gebruik van Had het in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij had het verkeerd.
Er lag falsch.

Ik had het niet over jou of je liefdadigheidsinstelling.
Ich meinte weder dich noch deine Wohltätigkeitsorganisation.

Ik had het tegen Amy. Wat?
Ich sprach mit Amy.- Was?

Je had het bijna weer vergeten.
Du hättest es fast wieder vergessen.

Kevin had het op de wc laten liggen.
Kevin hat es auf dem Klo liegen lassen.

Alex had het ook niet.
Alex hatte es auch nicht.

Ik had het niet over het board.
Ich rede nicht von dem Board.

Maar hij had het niet helemaal mis.
Aber er lag nicht völlig falsch.

Ik had het ook in het regenwoud kunnen laten rotten.
Ich hätte es auch im Wald verrotten lassen können.

Ik had het niet over de Raad.
Ich sprach nicht vom Rat.

Ik had het over Shawford van Alpha.
Ich meinte Shawford von Alpha.

Hij had het altijd over jou.
Er redete immer über dich.

Je had het me telefonisch kunnen zeggen.
Du hättest es mir am Telefon sagen können.

Ze had het naar mijn vader gegooid.
Sie hat es meinem Vater hinterhergeworfen.

Hij had het me beloofd.
Er hatte es mir versprochen.

Ik had het niet tegen jou, maar tegen hen.
Ich rede nicht mit dir, sondern mit ihnen.

Ik had het goed.
Ich lag richtig.

Benny had het niet gedaan.
Benny hätte es nicht getan.

Ik had het niet over de bestanden. Het duurt gewoon lang.
Ich meinte nicht die Dateien. Nur lange.

Ik had het net over u.
Ich sprach gerade über Sie.