Voorbeelden van het gebruik van Mogen doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik had dat niet mogen doen.
dat had ik niet mogen doen.
Ze had dat niet mogen doen.
We hadden dat niet mogen doen.
Dat had je best mogen doen.
Wat we met ons eigen leven mogen doen.
Dat had hij niet mogen doen.
Dat had hij niet mogen doen.
Ik had… Ik had dit niet mogen doen.
Ik had dit verhaal nooit mogen doen. Alsjeblieft.
Dat had je niet mogen doen.
Paulo had dit niet mogen doen.
Ik had het nooit mogen doen.
Bedankt dat we dit hier mogen doen.
We doen een heleboel dingen die we niet mogen doen.
Hij had dit niet mogen doen.
Ze hadden dit niet mogen doen.
Dat hadden ze niet mogen doen.
Dat had hij niet mogen doen.
Ik had het niet mogen doen.