Voorbeelden van het gebruik van Zit los in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een van mijn tanden zit los.
Het zit los.
Z'n slang zit los.
Wacht eens. Dit zit los.
Je knoop zit los.
De bovenkant zit los.
De antennekabel zit los.
M'n harnas zit los.
Deze handschoen zit los.
De hele linkerzijde zit los.
Hij zit los.
Dit wiel zit los.
Mijn wapenuitrusting zit los.
Hé, dit zit los.
De verdelerkap zit los.
Ontbreekt, zit los of vertoont te veel corrosie.
Fenrir zit los.
bouten van een wiel ontbreekt of zit los.
De sluiting zit los.
Je zuurstofslang zit los.