BANG - vertaling in Frans

peur
bang
angst
vrees
schrikken
eng
bezorgd
doodsbang
ongerust
inquiet
bezorgd
ongerust
bang
nerveus
angstig
onrustig
zorgen
verontrust
zich zorgen maakt
bezorgd over
bang
knal
bong
waterpijp
pang
hasjpijp
beng
trouille
bang
doodsbang
schrikken
eng
kriebels
flipper
bang
flipperkast
flippen
gek
schrikken
pinball
freaking
over de rooie
flipt
crainte
angst
vrees
vreze
bang
ontzag
bezorgdheid
zorg
schrik
apeuré
bang
angstig
anxieux
angstig
bang
nerveus
ongerust
onzeker
bezorgd
zenuwachtig
gespannen
effrayé
bang maken
schrikken
wegjagen
bangmaken
angst aanjagen
verjagen
angstig maken
beangstigen
bang bent
gek maken
crains
vrezen
bang
angst
vrees
vreezen
klote zijn
huiverig

Voorbeelden van het gebruik van Bang in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Ik wil hem niet onnodig bang maken.
Je veux pas le faire flipper inutilement.
Ik ben niet bang!
Je n'ai pas la trouille!
ziek en bang.
malade et apeuré.
Waar is hij bang voor?
Pourquoi est-il anxieux?
Dicht bij de buitenwereld komen maakte hem bang.
À proximité de l'extérieur. Ça l'a fait flipper.
Ik was toen bang… en ik ben nu bang.
Alors je serais terrorisé et je suis terrorisé à présent.
Zelfs ogers worden bang.
Même les ogres ont la trouille.
alleen en bang.
seul et apeuré.
Iedereen was zo bang.
Tout le monde était terrorisé.
Ik maak u bang.
Je vous fous la trouille.
Verward, van streek, bang.
Confus. En colère. Apeuré.
Maar ik ben altijd een beetje bang.
Mais je suis toujours un peu anxieux.
Sheila, je maakt me bang.
Sheila, tu me fais flipper.
Denk je dat hij bang was?
Tu penses qu'il était terrorisé?
Hij maakt me bang.
Il me fiche la trouille.
En hij werd niet bang.
Et il n'était pas anxieux.
Nu blijf ik hem zien, bang en wanhopig.
Je le vois sans arrêt, apeuré et désespéré.
niet bang maken.
pas nous faire flipper.
En dan loopt Chris weg. Hij was bang.
Et Chris s'est enfui il était terrorisé.
Dus ging ik naar een hotel omdat, uh, ik bang van hem werd.
Je suis allé à l'hôtel, il m'a fichu la trouille.
Uitslagen: 7330, Tijd: 0.0824

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans