Voorbeelden van het gebruik van Doe het snel in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Doe het snel. Alsjeblieft.
Vertel jij het, maar doe het snel.
Als je iets wilt zeggen, doe het snel.
Bel me als je ze hebt, en doe het snel.
Oké, maar doe het snel.
Probeer alles, maar doe het snel.
Waar je ook heen wilt, doe het snel.
Stel je dat voor. En doe het snel.
Schat, wat het ook is, doe het snel.
Prima. Doe het snel.
En doe het snel.
Doe het snel.
Doe het snel.
Doe het snel.
Goed dan. Doe het snel.
Doe het snel.
Doe het snel.
Doe het snel.
Ik doe het snel.
Doe het snel. Wat er ook nodig is, Divya.