Voorbeelden van het gebruik van Doe maar in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Doe maar niet alsof je teleurgesteld bent.
Doe maar niet.
Doe maar een groot glas.
Doe maar, ik vraag gewoon aan Travis dat hij ze terug opstuurt.
Doe maar een dubbele.
Doe maar, jongens, schud elkaar de hand.
Doe maar wel, Bob.
Doe maar, bel hem.
Doe maar 'n biertje.
Doe maar een bod!
Doe maar wat je wil.
Doe maar.
Doe maar een leugentest elke week.
Doe maar.
Nee, doe maar in een envelop.
Doe maar.
Doe maar twee.
Doe maar een dubbele.
Doe maar een dubbele.
Doe maar in z'n bak.