BENT HET - vertaling in Spaans

• eres
• está
• haya
• es
• estás
• son
• fuiste
• están
• estés
• hayas
• has
• ha

Voorbeelden van het gebruik van Bent het in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

Jij bent het, die zal boeten!
Serás tú quien pagará!

Jij bent het die de biologische leugens fabriceert.
Sois vos que fabricáis las mentiras biológicas.

Ik bent het, agent Haught.
Soy yo, oficial Haught.

Mam, jij bent het niet alleen.
Mamá, no es solo a ti. Estoy llamando a todos.

Maar jij bent het niet.
Sólo que no será usted.

Ik bent het, Andy.
Hola, soy yo… Andy.

Jij bent het die gaat verliezen.
Tú serás quien caerá.

Steve, ik bent het, er is iets gebeurd.
Steve, soy yo. Algo pasó.

Jij bent het, gestorven bij een ongeluk op zee.
Será usted quien haya muerto en un accidente en el mar.

Nee, mevrouw, jij bent het die mij heeft geholpen.
No, señora, fue usted quien me ayudó a mí.

Nee, jij bent het, dappere krijger.
No puedes ser tú, mi valiente soldado.

Jij bent het misschien niet, King.
Puede que no seas tú, King.

Ik bent het, Inspector Clouseau!
Soy yo¡Inspector Clouseau!

Uitgerekend jij bent het. Die het lijk ontdekt heeft?
Tenías que ser tú,¿verdad, el que encontrara el cuerpo?

Jij bent het eerste aan de beurt.
El primero serás tú.

Papa, ik bent het.
Papá, soy yo.

Gefeliciteerd, kapitein. U bent het.
Felicidades, Capitán será usted.

Natuurlijk, u bent het.
Por supuesto. Debía ser usted.

Ik mag dan uit, maar je bent het niet.
Puede que yo esté fuera, pero tú no.

Maar hij klinkt belangrijk dus jij bent het zeker niet.
Pero suena importante, así que definitivamente no puedes ser tú.