Voorbeelden van het gebruik van Eed in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Al heb je je eed van berouw.
Eed van de gemeente Súdwest-Fryslân.
De eed van trouw aan Wamba geschonden te hebben.
Nog steeds leggen artsen in zijn naam hun eed af.
Alle leden legden woensdag de eed af.
Dat jij geen eed van trouw aflegde aan Colum MacKenzie?
De eed van de jezuieten;
De Eed van de Leerling.
Je zwoer al één eed hier in mijn kasteel.
U heeft mijn eed, als een Vredestichter.
Maar een eed is niet genoeg.
Is dat zo geen eed voor wie verstand heeft?
Zo'n eed is overgewaardeerd.
Geen letterlijke eed, maar een geïmpliceerde.
Poetin legt maandag de eed af voor een nieuwe ambtstermijn van zes jaar.
Je hebt elke eed die je ooit hebt afgelegd.
Dat is de eed van dieven, Gus.
Je ondertekende een eed en keek mij aan terwijl je dat deed.
Is daarin geen eed voor de bezitter van verstand?
Een eed van trouw afleggen aan een ander land.