HIJ VERTELT - vertaling in Spaans

dice
zeggen
vertellen
namelijk
stellen
beweren
ik bedoel
betekent
cuenta
vertellen
rekenen
hebben
beschikken
zeggen
tel
habla
praten
spreken
even
zeggen
gesprek
vertellen
relata
vertellen
verhalen
beschrijven
worden gemeld
explica
uitleggen
uit te leggen
verklaren
toelichten
vertellen
leg
verklaring
zeggen
mededelen
toe te lichten
narra
vertellen
verhalen
beschrijven
narrate
diga
zeggen
vertellen
namelijk
stellen
beweren
ik bedoel
betekent
dijo
zeggen
vertellen
namelijk
stellen
beweren
ik bedoel
betekent
dirá
zeggen
vertellen
namelijk
stellen
beweren
ik bedoel
betekent
habló
praten
spreken
even
zeggen
gesprek
vertellen
contó
vertellen
rekenen
hebben
beschikken
zeggen
tel
contará
vertellen
rekenen
hebben
beschikken
zeggen
tel

Voorbeelden van het gebruik van Hij vertelt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Hij vertelt over de ETCS implementatie in België.
Habló sobre la implementación de ETCS en Bélgica.
Hij vertelt je niet alleen dat je belangrijk voor hem bent.
No sólo te dirá que eres importante para él.
Hij vertelt de waarheid.
Dijo la verdad.
Hij vertelt en zingt in zijn dialect.
Habló y cantó en su dialecto.
Hij zegt dat hij ons vertelt waar, als hij de doodstraf niet krijgt.
Dice que nos dirá dónde si retiramos la pena de muerte.
Geloof hem niet als hij je vertelt dat hij de afvoer kan repareren.
No le creí cuando te dijo que podría arreglar el fregadero.
Hij vertelt je alles wat je wilt weten.
Te dirá todo lo que quieres saber de él.
En hij vertelt je wat je moet doen?
Y te dijo lo que debes hacer.¿Están locos?
Laat Rich met rust en hij vertelt je welke je moet gebruiken.
Dejad a Rich solo y os dirá cuál usar.
Dus hij vertelt de waarheid.
Entonces dijo la verdad.
Hij vertelt je alles.
Te dirá cualquier cosa.
Dat is de stem van God, en hij vertelt je wat je moet doen.
Esa es la voz de Dios y te dijo lo que debes hacer.
Hij vertelt het me straks wel.
Me lo dirá luego.
Hij vertelt me wel waar dat meisje is.
Me dirá dónde está esa niña.
Hij vertelt me op wie hij verliefd is.
Me dirá de quién está enamorado.
Hij vertelt me of je pas hebt geschoten.
Me dirá si hace poco disparó un arma.
Hij vertelt me wel wat hij er van vindt.
Me dirá lo que piensa.
Hij vertelt mij niets.
No me dirá nada.
Hij vertelt me een tweede verhaal.
Me dirá su historia.
Martel een man en hij vertelt je eender wat.».
Tortura a un hombre y te dirá cualquier cosa".
Uitslagen: 719, Tijd: 0.083

Hij vertelt in verschillende talen

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans