HURT - vertaling in Nederlands

• pijn doen
• gewond
• kwaad doen
• iets aandoen
• verwonden
• schaden
• hurt
• raken
• gekwetst
• bezeerd
• verwond

Voorbeelden van het gebruik van Hurt in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

You're hurt and angry. Carolyn, please.
Alsjeblieft, Carolyn. Je bent gekwetst en boos.

No, but he's hurt.
Nee, maar hij is gewond.

No. I would never hurt Teresa.
Nee. Ik zou Teresa nooit kwaad doen.

Don't let Ser Gregor hurt him.
Laat Ser Gregor hem niet verwonden.

But… sometimes the truth can hurt people.
Maar soms kan de waarheid mensen pijn doen.

I would never hurt my brother.
Ik zou mijn broer nooit iets aandoen.

They expect to be hurt.
Ze verwachten verwond te worden.

Headlines can't hurt Davis now, he's dead.
Krantekoppen kunnen davis niet schaden nu hij dood is.

Put it away before you hurt somebody.
Stop weg voor je iemand bezeerd.

He's there. He's hurt.
Hij is daar. Hij is gekwetst.

And Grace, she's hurt.
En Grace, ze is gewond.

I would never hurt her, Franck.
Ik zou haar nooit kwaad doen, Franck.

You shouldn't have hurt Alfred.
Je had Alfred niet moeten verwonden.

And the Hollow, she can hurt you.
En de Hollow kan je pijn doen.

And he's gonna hurt him.
En hij gaat 'm iets aandoen.

Hurt, alone, afraid.
Hurt, alleen, bang.

People got hurt, yes.
Mensen werden verwond, ja.

It wouldn't hurt him.
Het zou hem niet schaden.

He's close. And he's hurt.
Hij is vlakbij en hij is gewond.

Dukie Wukie hurt his little hand.
Dukie Wookie heeft z'n handjes bezeerd.