HADDEN GEZEGD - vertaling in Duits

• gesagt hätten
• gesagt haben
• gesagt hatten
• gesagt hätte
• erzählten ihnen

Voorbeelden van het gebruik van Hadden gezegd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ze hadden gezegd om 15:00.
Sie sagten 3 Uhr.

We hadden gezegd dat jouw winkel daar al was…
Wir sagten ihm, dass dein Laden schon da war,

U en uw vrouw hadden gezegd dat u Natalie nauwelijks kende.
Sie sagten doch, Sie und Ihre Frau kannten Natalie kaum.

Ze hadden gezegd:'Je zult afvallen.
Man sagte mir:"Du wirst abnehmen.

We hadden niks gezegd.
Wir sagten nichts.

Omdat ze hadden gezegd dat het gemakkelijk zou zijn!
Wenn man es richtig macht. Sie haben gesagt,!

Hadden ze gezegd dat ze op huizenjacht waren?
Sie sagten, dass sie Hausjagd waren?

We hadden toch gezegd'geen Richie Fife'?
Wir sagten doch: Schluss mit Richie Fife?

Ze hadden me gezegd dat er morphine ging zijn.
Man sagte mir, es würde Morphium geben.

Ze hadden niet gezegd dat je gewond bent.
Man sagte mir nicht, dass du verletzt bist.

We hadden gezegd.
Wir hatten besproch.

Ze hadden gezegd: Eet niet alles in één keer op.
Sie sagten:"Esst nicht alle auf einmal.

We hadden welterusten gezegd.
Wir sagten Gute Nacht.

Ze hadden u gezegd dat ik u zou vinden.
Ihnen wurde doch mitgeteilt.

Geen wapens, hadden we gezegd.-Ja.
Ja. Wir sagten doch, keine Waffen.

Ze hadden 2 gezegd.
Sie sagten doch zwei.

We hadden niks gezegd.
Wir sagten nichts von einer Bombe.

We hadden haar gezegd dat die jongen problemen zou geven.
Wir sagten ihr, dass der Junge Ärger macht.

We hadden gezegd dat je niet moest terugkomen, oké?
Wir haben Ihnen gesagt, dass Sie hier nicht mehr auftauchen sollen, okay?

Dat ze hadden gezegd dat ze nog van me hielden en me zouden helpen.
Dass sie mir gesagt hätten, dass sie mich lieben und mir helfen.