DAT HIJ HEEFT - vertaling in Spaans

que ha
hebben
zijn
dat er
haber
que tiene
hebben
krijgen
het bezit
moet
que posee
bezitten
het bezit
hebben
que cuenta
tellen
te zeggen
hebben
te vertellen hebt
verhaal
te vertellen”
que haya
hebben
zijn
dat er
haber
que tenga
hebben
krijgen
het bezit
moet
que tenía
hebben
krijgen
het bezit
moet
que había
hebben
zijn
dat er
haber
que tuvo
hebben
krijgen
het bezit
moet
que han
hebben
zijn
dat er
haber

Voorbeelden van het gebruik van Dat hij heeft in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Het is het vertrouwen dat hij heeft in de gidsen die hem onderrichten.
La confianza que tienen en los guías que los instruyen.
Dat wil niet zeggen dat hij heeft gelogen.
Eso no significa que hubiera mentido.
Soms moet een jochie bewijzen dat hij ballen heeft.
Los niños deben probar que tienen pelotas.
Ergens heeft hij het gevoel dat hij kansen heeft laten liggen.
En ocasiones, puede que tenga la sensación de que ha dejado escapar algunas oportunidades.
Garcia zei dat hij niemand heeft.
García dijo que no tiene a nadie.
Heb je enige indicatie dat hij heeft geprobeeerd iets belangrijks te zeggen?
¿Tienen algún indicio de que haya intentado comunicarles algo importante?
Ik ben blij dat hij vrienden heeft die voor hem opkomen.
Me alegro de que tenga amigos que le defiendan.
Hij besluit dat hij genoeg heeft van ontwenning.
Decide que ha tenido suficiente mono.
Ik weet dat hij heeft overeenkomsten met de Franse koning.
que ha tenido algunos tratos con el rey francés.
Ik hoor dat hij problemen heeft op school.
Dicen que ha tenido problemas en la escuela.
Ik ben blij dat hij werk heeft.
Estoy feliz de que tenga el trabajo.
Dat hij heeft geluld over dingen die hij niet had moeten vertellen.
El hecho de que ha empezado a despotricar sobre cosas que no debería despotricar.
Dat hij seks heeft met tieners.
Que ha tenido sexo con adolescentes.
Praat over tassen ik wed dat hij heeft, schooltassen hutkoffers hier onder.
Te apuesto a que tiene bolsas aquí debajo que parecen baúles.
Nou, het is alleen dat hij heeft de neiging… Joe?
Bueno, es que él tiene tendencia a?
Dat betekent niet dat hij ongelijk heeft.
Eso no significa que no tenga razón.
Beltran moet denken dat hij grip heeft op de politie.
Además necesito que Beltrán sienta que estamos metidos en la policía local.
Het verbaast me dat hij vrienden heeft.
Estoy sorprendida de que tenga algún amigo.
Een lijkschouwing. Bewijs dat hij mensenvlees heeft gegeten.
Una autopsia con pruebas de que ha comido carne humana.
Een koosnaampje… dat hij heeft verdiend.
Es un apodo que se ha ganado con los años.
Uitslagen: 1404, Tijd: 0.0645

Dat hij heeft in verschillende talen

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans