Voorbeelden van het gebruik van Hij heeft z'n in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij heeft z'n eigen band.
Hij heeft z'n boeken.
Hij heeft z'n eerste pion geslagen in een heel ziek spel.
Hij heeft z'n werk en ik heb mijn privacy.
Hij heeft z'n bruiloften. 't Is zomer.
Hij heeft z'n koffertje laten staan.
Hij heeft z'n eigen probleempje.
Je broer kan lastig zijn, maar hij heeft z'n goede momenten.
Hij heeft z'n naam veranderd.
Hij heeft z'n eigen limousine.
het 'n mirakel is, maar hij heeft z'n twijfels.
Hij heeft z'n hand gebroken.
Hij heeft z'n ticket.
Hij heeft z'n hoofd bezeerd.
Ja, hij heeft z'n skrill nog.
Hij heeft z'n hoofd gestoten. Hij bloedt.
Hij heeft z'n eigen stad.
Hij heeft z'n heup gebroken.
Hij heeft z'n eigen geur.
Hij heeft z'n geweer hier gelaten.