HIJ HEEFT GEZEGD - vertaling in Spaans

• dijo
• ha dicho
• mencionó
• ha afirmado
• ha declarado
• dice
• decir
• haya dicho
• había dicho
• decía

Voorbeelden van het gebruik van Hij heeft gezegd in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

Als we hem wel horen, evalueren we opnieuw. Wat hij heeft gezegd.
Si aparece, reevaluaremos en función de lo que diga.

Goed, hij heeft niks gezegd, maar hij heeft ons dit gegeven.
De acuerdo. No nos dijo nada, pero nos dio esto.

Sam, hij heeft je gezegd het boek te lezen.
Sam, te dijo que leyeras el libro.

Hij heeft gezegd dat het vandaag de grote Mendze zou zijn.
Me dijo que hoy, sería el gran Mendez.

Hij heeft gezegd wat er goed is bij de ware gelovige.
El ha dicho lo que es correcto al verdadero creyente.

Hij heeft nee gezegd. Wat wil je dan dat ik doe?
Dijo que no, así que,¿qué quieres que haga?

Hij heeft niets gezegd.
No dijo nada.

Hij heeft net gezegd dat hij gevoelens voor je heeft..
No te importaría. Simplemente te dijo que tenía sentimientos por ti.

Hij heeft niks gezegd, hè?
No te lo dijo,¿verdad?

Hij heeft gezegd dat hij wil scheiden.
Le ha dicho que quiere divorciarse.

Hij heeft al gezegd dat hij zijn truitje teruggeeft.
Ya me dijo que está retirando su camiseta.

Hij heeft nooit gezegd wat erin stond.
Nunca me dijo qué había en ella.

Hij heeft alles gezegd.
Él lo dijo todo.

Hij heeft gezegd wat ik moet doen.
Me dijo qué hacer.

Hij heeft gezegd, en Zijn woord is de.
Él dijo, y Su Palabra es la.

Maar hij heeft gezegd dat hij niet meer vrouwen zal nemen.
Pero él me dijo que no tomaría ninguna otra esposa.

Hij heeft niets gezegd.
Él no mencionó nada.

Hij heeft gezegd dat jij ze begeleidt.
Les dijo que tú los vas a acompañar.

Hij heeft gezegd dat Europa geld moet injecteren in het bancaire systeem….
Él dijo a los europeos que deben inyectar dinero en el sistema bancario…”.

Hij heeft gezegd dat ik niet met de FBI mocht praten.
Me dijo específicamente que no hablara con el FBI.