WE HEBBEN HET - vertaling in Spaans

lo hemos
hebben
zijn
je ooit
lo tenemos
het hebben
het krijgen
bezit
moet
het bezitten
het houden
lo conseguimos
het krijgen
het verkrijgen
het bereiken
het kopen
het verwerven
lo hicimos
het maken
doen
te laten
gravende
het verrichten
hemos hecho que sea
ya lo
la hemos
hebben
zijn
je ooit
la tenemos
het hebben
het krijgen
bezit
moet
het bezitten
het houden
los hemos
hebben
zijn
je ooit
lo habíamos
hebben
zijn
je ooit
los tenemos
het hebben
het krijgen
bezit
moet
het bezitten
het houden
lo tendremos
het hebben
het krijgen
bezit
moet
het bezitten
het houden

Voorbeelden van het gebruik van We hebben het in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
We hebben het in Drakensteen.
La tenemos en Rocadragón.
We hebben het de laatste twee weken in de gaten gehouden.
Los hemos vigilado en las últimas semanas.
We hebben het op het werk.
Lo tendremos en el trabajo.
We hebben het verprutst deze keer, maar het is maar geld.
La hemos cagado. Pero sólo es dinero.
We hebben het niet alleen over mensen in het leger.
Y no estoy hablando solo de la gente que trabaja en el ejército.
We hebben het al een paar jaar.
La tenemos hace un par de años.
Abed, we hebben het verprutst.
Abed, la hemos cagado.
We hebben het binnen een paar uur ter plaatse om de deuren te smelten.
Lo tendremos en posición en unas horas y derretiremos las puertas.
Sergeant, we hebben het. Dat zijn onze meiden.
Sargento, la tenemos, Ahí está nuestra 38.
We hebben het over 2001….
Estoy hablando del año 2001….
We hebben het beperkt, zodat we het werk kunnen verdelen.
La hemos reducido para poder repartirnos el trabajo.
We hebben het!
La tenemos.-¡Sí!
We hebben het over kiwi's.
Estoy hablando del kiwi.
We hebben het binnen een uur.
Lo tendremos en una hora.
We hebben het allebei verknald.
Ambos la hemos fastidiado.
Nee, we hebben het hier.
No, la tenemos ya aquí.
Nee, we hebben het gevonden. Niet"We hebben het.".
No, la hemos encontrado, pero no la tenemos.
Ja, Ducky, maar we hebben het niet.
Bueno, sí, Ducky, pero no la tenemos.
We hebben het nog niet eens op de markt gezet.
Aún no la hemos puesto en el mercado.
Maar, gast… we hebben het.
Pero amigo, la tenemos.
Uitslagen: 1334, Tijd: 0.0846

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans