HABRÁ HECHO - vertaling in Nederlands

• doen
• gemaakt hebben
• deed
• gedaan
• doet

Voorbeelden van het gebruik van Habrá hecho in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Lo habrá hecho un fantasma inflamado de venganza.
Dat is het werk van een wraakzuchtige geest.

¿Qué habrá hecho?
Wat heeft hij gedaan?

Algo le habrá hecho.¿Le ha engañado?
Iets moet hij gedaan hebben. Bedroog hij je?

Habrá hecho todo lo que pudo para transgredir estos estereotipos.
Zij zal alles gedaan hebben om die stereotypes te doorbreken. ken.

¿qué no habrá hecho?
Wat heeft hij niet gedaan?

¿Por qué habrá hecho algo así?
Waarom zou ze zoiets doen?

Algo habrá hecho cuando el fiscal pide pena de muerte.
Hij moet iets gedaan hebben als de aanklager de doodstraf wil.

Dios sabe que diablos habrá hecho ya.
God mag weten wat voor onheil hij al heeft aangericht.

¿Por qué lo habrá hecho?
Waarom doet ze zoiets?

Estaba pensando… Tu hermano habrá hecho como nosotras.
Ik denk dat je broer hetzelfde gedaan heeft als wij.

¿Y por qué lo habrá hecho?
Waarom deed hij dat dan?

¿Tienes idea de por qué lo habrá hecho?
Heb je enig idee waarom hij zoiets zou doen?

¿Porqué lo habrá hecho?
Waarom deed ze het?

No sé cómo lo habrá hecho.
Ik weet niet hoe hij gedaan heeft.

Bueno, como dicen, si lo encerraron algo habrá hecho.
Nou, zoals ze zeggen, als ze hem hebben opgesloten zal hij wel iets hebben gedaan.

Su madre lo habrá hecho.
Zijn moeder doet het voor hem.

Las cosas que le habrá hecho.
Wat zal ze geleden hebben.

No sé por qué lo habrá hecho.
Ik weet niet waarom hij dat zou doen.

¡Astuta vieja zorra! Habrá hecho de las suyas en Hatton Gardens.
Ze moet haar handel in Hatton Gardens hebben gedaan.

Tienes razón, Dios sabe qué le habrá hecho.
Ja, wie weet wat hij heeft gedaan?