MAL PAUSE - vertaling in Nederlands

• even pauze
• even stoppen
• even pauzeren
• even rust
• eens pauze

Voorbeelden van het gebruik van Mal pause in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Machen Sie ruhig mal Pause. Ich pass auf ihn auf.
Ga maar even rusten, dan let ik wel op hem.

Drücken wir bei der Dr. Phil-Episode mal Pause.
Laten we Dr. Phil even op pauze zetten.

Zwillinge, macht mal Pause.
Tweeling, neem even een pauze.

Du musst mal Pause machen.
Je moet even afremmen.

Sie braucht mal Pause.
Misschien moet ze er even tussenuit.

Ich mach erst mal Pause.
Ik ga nu eventjes rusten.

Comet. Mach mal Pause.
Comet, neem maar even pauze.

Ich brauchte einfach mal Pause von diesem Wahnsinn.
Ik moest er even tussenuit.

Dann hat sein Sack wenigstens mal Pause.
Dan hebben z'n ballen ook eens rust.

Würde ich Sie gerne zum Essen einladen. Hören Sie, wenn Sie mal Pause machen wollen.
Luister, als je er eens tussenuit wilt… zou ik je graag uitnodigen voor een etentje.

Ich brauche mal Pause.
Ik heb een pauze nodig.

Danke. Mach mal Pause.
Dank je. Zet op pauze.

Sogar ich brauch mal Pause.
Zelfs ik heb rust nodig.

Und ich brauch mal Pause.
En ik moet er even tussen uit.

Ihr sollt mal Pause machen.
Ik moest jullie pauze laten houden.

Mach mal Pause, Daneesha.
Even rustig, Daneesha.

Machen wir alle mal Pause.
We wachten even af.

Sie, machen Sie mal Pause.
Jij, ga maar even pauzeren.

Machen wir morgen mal Pause?
Morgen kunnen we een pauze nemen.

Wann macht er mal Pause?
Wanneer neemt hij rust?