YOU KNOW - vertaling in Nederlands

[juː nəʊ]
[juː nəʊ]
wel
well
will
do
is
though
known
however
can
might
sure
weetje
you know
fact
tidbit
tell you
are you aware
factoid
do you remember
do you realize
weet je
know your
do your
did you tell your
d-do your
je kent
know you
met you
ken je
can
may
able
allows your
will help you
snap je
get you
je begrijpt
understand
you see
to be understanding
you know
comprehend
wist je
know your
do your
did you tell your
d-do your
je weten
know your
do your
did you tell your
d-do your
begrijp je
understand
you see
to be understanding
you know
comprehend
je wist
know your
do your
did you tell your
d-do your
je snapt
get you

Voorbeelden van het gebruik van You know in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
But you know where they went.
Maar wel waar ze heengingen.
Plus, you know my family.
Plus, je kent mijn familie.
You know Luca Perry from 20th and 25th?
Ken je Luca Perry van 20th en 25th?
You know, with the drugs and lila.
Weet je, met die drugs en Lila.
He was cool, you know.
Hij was cool, snap je.
Gerty. You know about this?
Wist je dit? Gerty?
You know, James? I was always better.
Weetje, James? Ik was altijd al beter.
Good. Well, you know what I mean.
Goed. Goed, je begrijpt wat ik bedoel.
Maybe that's a good, you know, armour.
Misschien is dat wel een goed pantser.
Yeah. You know a guy named Jim Garcia?
Ach ja? Ken je een kerel die Duewe Garcia heet?
And you know my father.
En je kent mijn vader.
Hey. Riggs. You know, I.
Weet je, ik… Riggs. Hey.
I'm gonna be honest, you know.
Ik ga hier eerlijk zijn, snap je.
I will let you know when we got him.
Ik laat je weten als we hem hebben.
You know you're my favorite sister,?
Wist je dat je m'n favoriete zusje bent?
And you know what we're doing now,?
En weetje wat we nu doen?
Good. You know what I mean.
Goed. Goed, je begrijpt wat ik bedoel.
You know those good mashed potatoes that Red makes.
Ken je die goede aardappelpuree die Red maakt.
You know, Sean, the Japanese have a saying.
Wel Sean, de Japanners hebben een gezegde.
You know Betty and Lester.
Je kent Betty en Lester.
Uitslagen: 320504, Tijd: 0.0757

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands