Voorbeelden van het gebruik van Bleef maar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze bleef maar ontkennen.
Hij bleef maar lachen alsof hij gewonnen had.
Ze bleef maar drank bestellen.
Je bleef maar spelen met dat ding.
Ik bleef maar huilen.
Ze bleef maar lachen.
Ik bleef maar denken dat zij het echt niet kon zijn.
De militaire post bleef maar zes maanden in werking.
Hij bleef maar huilen omdat hij slangen in z'n buikje had.
Je bleef maar overgeven.
Nate bleef maar foto's sturen van de baby,
Ze bleef maar drankjes bestellen.
Ze bleef maar gillen en er was zo veel bloed.
En ik bleef maar denken aan mijn team.
Jenson bleef maar praten.
Sevastopol bleef maar een paar kilometer verderop.
En je bleef maar zeggen dat het je speet.
Hij bleef maar eten.
Ze bleef maar vragen: Voel je niets voor Denzel?