Voorbeelden van het gebruik van Zelf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hoffmann zegt zelf toch altijd: orders zijn orders.
Hij heeft zich zelf neergestoken.
En dat is kapitein Nemo zelf.
Ja, hij won hem van Sy zelf.
Ik heb het over de observator zelf.
Hij had zelf geen familie meer.
Ik ga of zelf, of ik ga naar huis.
Heeft ze zelf geen kinderen?
In feite was ik zelf op weg naar een vergadering.
Waarom is hij hier zelf niet?
Ik rond alles zelf af.
Nixon zelf.
Ik kan vragen… waarom Pilgrim hier zelf niet is?
Of moet je zelf brood meenemen?
Heb jij zelf kinderen, dr. Saroyan?
Of we zelf naar de pub zullen gaan?
Dat ik zelf geen superkrachten heb.
Ik vond het zelf wel grappig,
Mr. Henderson. Kon hij niet zelf komen?
Open hem, en beslis zelf.