Voorbeelden van het gebruik van Zou gaan doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hoe wist hij wat de rat zou gaan doen?
Ik wist heel goed wat jij zou gaan doen, Hoessein.
Ik wist al wat ik zou gaan doen. Het maakte het opwindend.
Wat ik zou gaan doen en wat ik gedaan heb,
Niets. Ik lag me in bed af te vragen wat ik zou gaan doen.
Al me al, was het jou idee dat ik dit zou gaan doen.
Hetzelfde dat jij zou gaan doen.
Mijn lijfwacht zou dat gaan doen, maar u heeft hem gedood.
Ik zou het gaan doen.
Wat ik zou gaan doen als ik terug in de maatschappij kwam.
Ik zou het gaan doen.
Als ik dit met jou zou gaan doen, dan moet het serieus zijn.
Ik wist niet dat hij dat zou gaan doen.
je grote dingen zou gaan doen, Francis.
Hij moest nadenken over wat hij verder zou gaan doen.
Wat had je gedacht dat ik zou gaan doen?
Ik vroeg me juist af wat jij zou gaan doen.
Hé, weet je nog die 50 procent-kortingsactie die ik niet zou gaan doen?
Hij wist beter dan ik wat ik zou gaan doen.
De coureur wist niet wat de auto zou gaan doen.