GING WEG - vertaling in Spaans

• fue
• se marchó
• salió
• se alejó
• largué
• fuí
• huyó
• fui
• iba
• fuiste
• salí
• se marchaba
• largó

Voorbeelden van het gebruik van Ging weg in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

Dus ik ging weg van huis… en hing rond, zoekend naar informatie.
Entonces me fui de casa,… y estuve dando vueltas, buscando información.

Ze ging weg nadat ze een foto van haar vader zag?
¿Se fue luego de ver una foto de su padre?

Je oma ging weg.
Tu abuela salió.

Hij ging weg, dus hij vroeg me jou eruit te laten.
Se iba, así que me ha pedido que te saque.

Ik ging weg omdat ik ongewenst was.
Me fui porque sentí que no era querido ahí.

Rond drieën, ging weg.
Cerca de las tres, salió.

Je ging weg en niemand gebruikte mijn naam meer.
Te fuiste y nadie volvió a usar mi nombre.

Ik ging weg en ik zag je licht branden.
Me iba y vi tu luz encendida.

Ik hing hem op, ging weg en kwam terug. In stukken!
Lo puse, me fui, regresé…¡y estaba hecho pedazos!

Geen idee. Hij ging weg.
No sé, el salió.

Ze ging weg en ik kuste haar op haar wang.
Se iba y la besé en la mejilla.

Dus je ging weg bij Papa John's vanwege de bekers?
¿Te fuiste de Papa John's por los vasos?

Hij schreeuwde, ik ging weg, einde verhaal.
Me gritó. Me fui. Fin de la historia.

Dat weet ik niet, ik ging weg.
No lo sé, me salí.

Dader brak waarschijnlijk een achterraam en ging weg door de voordeur.
El delincuente probablemente rompió la ventana trasera, y salió por la puerta principal.

Ik ging weg maar het is beter voor je eigen bestwil.
Sí, me iba, pero era por tu propio bien.

Je ging weg en liet mijn hart vernietigd.
Te fuiste y dejé mi corazón destruido.

Gideon ging weg.
Que Gideon se marchaba.

Ik ging weg omdat ik niet lekker was.
Me fui porque no me estaba sintiendo muy bien.

Ik liet reservesleutels achter en ging weg.
Dejé llaves de repuesto y salí.