Voorbeelden van het gebruik van Eens in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Eens kijken wat Dev ons kan vertellen.
Oké, grote jongen, eens kijken hoeveel je kan hebben.
Wacht eens, ik ken die vent.
Wacht eens, ging het alleen om onroerend goed?
Doe elke dag eens één ding anders
Er was eens een Meisje dat bij haar Vader woonde.
Goed, eens kijken of dit ding daadwerkelijk werkt.
Hij komt niet eens in de buurt, Dean.
Vertel me eens over dat Alfa team dat je Noord Europa instuurt.
Eens kijken hoe lang ze heeft gewacht.
Ik weet niet eens of de apotheek alles op voorraad heeft.
Wauw, kijk al die mensen eens die momenteel aan het spelen zijn.
Eens zien wie ze sturen.
Er was eens een eiland….
Oh, eens kijken, die jongen, die maakt graag dingen.
Zeg me eens, je bent niet bekend met de buitenwijken?
Er was eens een tafel die zei.
Eens zien wat we hier hebben.
Eens kijken of onze klant er is.
Er wordt gezegd dat Jirachi eens in de duizend jaar zeven dagen wakker is.