HEBBEN ZIJ - vertaling in Spaans

tener
hebben
krijgen
er
beschikken
bezitten
moeten
tienen
hebben
krijgen
er
beschikken
bezitten
moeten
han
hebben
er
zijn
al
nog
daar
poseen
bezitten
hebben
beschikken
het bezit
eigen
eigenaar
cuentan
vertellen
rekenen
hebben
beschikken
zeggen
tel
gozan
genieten
profiteren
hebben
bieden
nasladitsya
verblijd worden
je geniet
disponen
beschikken
hebben
bepalen
er
beschikbaar
regelen
voorzien
bieden
beschikking
overeenkomstig
tendrán
hebben
krijgen
er
beschikken
bezitten
moeten
tiene
hebben
krijgen
er
beschikken
bezitten
moeten
ha
hebben
er
zijn
al
nog
daar
hay
hebben
er
zijn
al
nog
daar
hayan
hebben
er
zijn
al
nog
daar

Voorbeelden van het gebruik van Hebben zij in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
misschien hebben zij daar nieuws.
quizás tenga alguna noticia.
Al in mei 1997 hebben zij het buitentarief voor landbouwproducten aanzienlijk verlaagd.
En mayo de 1997 ya se ha reducido notablemente el arancel exterior para productos agrícolas.
Wat hebben zij er mee te maken?
¿Qué tienen ellas que ver con esto?
Wat hebben zij wat wij niet hebben?.
¿Que tienen ellos que nosotros no tengamos?.
Waarom hebben zij jurisdictie op de stranden?
¿Por qué tienen ellos la jurisdicción de las playas?
Wat hebben zij over ons te vertellen?
Qué tienen ellos que decir sobre nosotros?
Die hebben zij.
Lo tienen ellos.
Misschien hebben zij ook lang gezocht?
¿Tal vez ellos habían buscado mucho tiempo también?
Wat hebben zij wat wij niet hebben?.
¿Que tienen ellos que no tengamos nosotros?
Misschien hebben zij een reserve.
Puede que ellos tengan una rueda de repuesto.
Nu hebben zij het ook.
Ahora lo tienen ellos también.
Wat voor goede naam hebben zij Christus gebracht?
¿Cuánto de buen nombre le han dado a Cristo?
Welke kansen hebben zij om hun belegging te recupereren?
¿Qué posibilidades tienen ellos de recuperar su inversión?
Sinds wanneer hebben zij de beste plekken?
¿Desde cuándo tienen ellas los mejores sitios?
Wat hebben zij met Abel uitgevoerd?
¿Qué le han hecho a Abel?
Daarom hebben zij gezegd, mūḍha.
Por lo tanto, se ha dicho, mūḍha.
Hebben zij geen recht om te leven, zoals zij dit willen?
¿Acaso no tienen ellos derecho a ir como se les antoje?
Wat hebben zij dat ik niet heb?.
¿Qué tienen ellos que no tenga yo?
Hun ouders gaan akkoord. Hebben zij uw toestemming om te trouwen?
Sus padres están de acuerdo.¿Tienen el vuestro para poder casarse?
Misschien hebben zij meer talent vanavond, weet je wat wij hebben?.
Ellos tendrán más talento esta noche, pero¿nosotros?
Uitslagen: 1815, Tijd: 0.0811

Hebben zij in verschillende talen

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans