Voorbeelden van het gebruik van Hij roept in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij roept je naam in zijn slaap.
Hij roept hem, Sam.
Het is Roman, hij roept me terug naar Sandstorm.
Hij roept zijn mannen terug en Richie kan ontsnappen.
Hij roept een Dreadnought op hem en zijn gevangenen te komen halen.
Hij roept je, Kimba.
Hij roept z'n vrienden.
Hij roept alle pestkoppen op een top bij elkaar volgende zaterdagavond.
Hij roept iedereen bijeen.
Hij roept om hulp.
En hij roept: Knockadoo, knockadoo.
Luister. Hij roept de profeet Elia.
En hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit.
Hij roept de vergadering bijeen en hij komt niet?
Hij roept ze en zij volgen Hem meteen.
Hij roept niet om 112 te bellen.
Hij roept de zondaars in de naam van Christus.
Hij roept zijn vrouw.
Hij roept niemand op omdat hij hier niet mag zijn.
Beste lezer, wanneer Hij roept, antwoord Hem.