WE WAREN - vertaling in Spaans

estábamos
zijn
worden
staan
zitten
liggen
wel
er
hier
bevinden
nu
éramos
zijn
worden
wezen
wel
hemos
hebben
er
zijn
al
nog
daar
estabamos
we waren
we zaten
we stonden
we aan
net
we hadden
estuvimos
zijn
worden
staan
zitten
liggen
wel
er
hier
bevinden
nu
estamos
zijn
worden
staan
zitten
liggen
wel
er
hier
bevinden
nu
eran
zijn
worden
wezen
wel
somos
zijn
worden
wezen
wel
era
zijn
worden
wezen
wel
estuviéramos
zijn
worden
staan
zitten
liggen
wel
er
hier
bevinden
nu
habíamos
hebben
er
zijn
al
nog
daar
hubiéramos
hebben
er
zijn
al
nog
daar
había
hebben
er
zijn
al
nog
daar

Voorbeelden van het gebruik van We waren in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
We waren wel aan het spioneren.
Está bien, estábamos espiando.
We waren getrouwd.
Estuve casada.
Ze waren uitstekend dat we waren goed en we hebben niets ontbreken.
Estuvieron pendientes de que estuviésemos bien y que no nos faltase de nada.
We waren op een feestje.
Estuve en esa fiesta.
We waren beiden onbewust de gevaren van onze relatie aan het vervangen.
Cada uno estaba reemplazando el riesgo que nuestra relación representaba de manera subconsciente.
We waren bijna 20 jaar getrouwd.
Estuve casado con ella 20 años.
We waren van mening dat het land bedreigd werd… door terroristen
Sentíamos que el país estaba en riesgo de… terroristas
We waren ooit verloofd, jaren geleden.
Estuve comprometido con ella, en verdad, hace años.
Als we zwak waren, zouden we niet komen als vrienden.
Si fuésemos débiles, no vendríamos como amigos.
We waren met het werkwoord" willen" bezig.
La clase está conjugando el verbo desear.
We waren niet professioneel bezig.
Está bien, no estábamos siendo profesionales.
Ik wou dat we daar waren om je te helpen, schat.
Me gustaría que pudiesemos estar ahí ahí para ayudarte, cariño.
We waren over voetbal bezig.
Está todo bien. Discutimos sobre el fútbol.
Het was op 14 Juli. we waren alle twee dronken, iedereen was dronken.
Fue el 14 de julio. Estaba ebrio. Yo estaba ebria.
Wat opmerkelijk dat we gasten waren in dezelfde herberg op hetzelfde moment.
Qué extraordinario que fuésemos invitados en la misma posada, al mismo tiempo.
We waren in het washok toen de brand uitbrak. Zijn ze in orde?
Estaba en la lavandería cuando empezó el incendio.¿Están bien?
Tegen de tijd dat we terug waren lag John op de grond nauwelijks bij bewustzijn.
Para cuando regresamos John estaba en el suelo, apenas consciente.
We waren in Praag 3 dagen,
Que estaba en Praga 3 días,
We waren in het hart van Positano.
Está situado en el corazón de Positano.
Lieverd, we waren vorige week nog intiem,
Está bien. Cariño, intimamos la semana pasada,
Uitslagen: 19295, Tijd: 0.0731

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans