Voorbeelden van het gebruik van Roept in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Jij roept, ik kom aan rennen.
Je roept het genie niet.
Je roept tegen mij, waarom roep je niet tegen haar?
Als je een klant roept, houd je de sleutel goed vast.
Als je om hulp roept en iedereen denkt datje 'n spelletje speelt.
Als je roept hoor ik je wel.
Nu wil ik dat je om hulp roept.
Denk je echt dat het helpt als je hem roept?
Je moeder roept je.
Ze komen enkel als je hen roept.
Maar hij komt tenminste als je hem roept?
Leo is altijd de eerste die je roept in noodgevallen.
Ik kom altijd als je me roept.
Zij roept wie zijn rug toekeerde
Kleine persoon roept kleine schepsels.
Jij roept ons niet naar een vergadering.
U roept op tot transparantie binnen de vergaderingen van de fracties.
Die rechter roept haar nummer met al die mensen erbij.
Ze roept nu hem" De speler" burgemeester Howard.
De adel roept Boleslaw de Vrome te hulp.