Voorbeelden van het gebruik van Ben het in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik dacht dat jij het was, maar ik ben het.
In hemelsnaam, ik ben het niet!
Hij zeide: Ik ben het.(ego eimi).
Ik ben het, Jodi'.
Becky, ik ben het.
Jij ben het enige' erfgoed' dat ik nog heb.
Ik ben het met haar eens, mevrouw Groves.
Ik ben het nog steeds, mevrouw.
Ik ben het, Niklas en Stein, we controleren dit samen.
Ik ben het, Mara!
Dus ik ben het niet, Lantz.
Ik ben het die moet gaan.
Ik ben het nog steeds, Wyatt.
Denk je dat Ben het gedaan heeft?
Ik bedoel, ik ben het, Gabe en de ezel.
Ik ben het volledig met je eens.
En dat ik essentieel ben voor het slagen van zijn plan.
Ik ben het nog steeds.
Ik ben het, laat ons binnen!
Ik ben het eens, ik heb niet te worden behandeld met chemicaliën willen.