HIJ ZEGT - vertaling in Spaans

• dice
• afirma
• habla
• dijo
• diga
• diciendo

Voorbeelden van het gebruik van Hij zegt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

Hij zegt dat ik dat de mensen niet mag aandoen.
Decía que no podía hacerle esto a la gente, que no erajusto.

Hij zegt dat hun harten zo hard zijn
Esas que dicen que sus sentimientos son tan fuertes

Hij zegt… Stomme idioot,
Dice… que es usted un idiota

Hij zegt het met trots.
Si lo dijera con orgullo.

Hij zegt dat ze 't nooit meer zullen doen.
Dice… que no lo harán más.

Hij zegt tegen me:"Bedankt voor al uw hulp, agent.".
Me dice…"Gracias, agente, por las molestias.".

Het is net of hij iets zegt over de samenleving.
Ya sabes, es casi como si dijera algo de nuestra sociedad.

Hij zegt: ‘Maar dat zou zonde wezen.
Diría:“De verdad, es una pena.

Hij zegt dat de vissen niet willen eten wat wij net hebben gegeten.
Dicen que los peces no quieren comer lo que hemos comido nosotros.

Hij zegt ja.
Diría que sí.

Hij zegt dat jij de strijder der goden bent.
Dice… que eres el guerrero espiritual.

Hij zegt dat hij een Jagua is.
Dice… que es un jaguar.

Hij zegt dat schoonheid.
Decía que la belleza.

Hij zegt: Als je alle Wachootoo-tests haalt zullen ze je leven sparen.
El jefe dice… que si pasas todas las pruebas wachutu… no morirás.

Hij zegt alles wat Jenna wil dat hij zegt..
Dirá lo que Jenna quiera que diga..

Verzuip hem en hij zegt wat je wilt.
Ahoga a un hombre y dirá lo que quieres que diga..

Hij zegt dan dingen zoals, de gevaren van videospelletjes
Dirá cosas aleatorias sobre los peligros de los videojuegos

Hij zegt alles om te worden gered.
Diría cualquier cosa para salvar su pellejo.

Hij zegt niets voordat we hem vrijlaten en ik laat 'm niet vrij.
No dirá nada hasta que lo soltemos. Y no voy a hacerlo.

Hij zegt dat jij het was?
¿Por qué diría que fuiste tú?