ZIJ WILLEN - vertaling in Spaans

• quieren
• desean
• les gustaría
• pretenden
• necesitan
• buscan
• están dispuestos
• piden
• se proponen
• quieran
• deseen
• quiere
• desea
• querían
• les gusta
• desee
• pretendan
• necesiten

Voorbeelden van het gebruik van Zij willen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

En zij willen u hen helpen dat doen.
Y quisieran que usted les ayudara a hacer eso.

Zij willen ook naar huis gaan.
También querrán irse a casa.

Zij willen jou ooit zijn.
Querrán ser como tú.

Zij willen dan met de wijkbewoners in gesprek.
Que quisieran comentar con los expositores.

Zij willen de bourgeoisie zonder het proletariaat.
Quisieran la burguesía sin el proletariado.

Zij willen de waarheid niet geloven
No quisieron creer la verdad:

Zij willen echter meer over u weten, op zowel persoonlijk als zakelijk niveau.
Sin embargo, querrán saber más sobre usted tanto a nivel personal como profesional.

Zij willen ook.
Todos queremos.

Zij willen ieder een uur praten.
Quiero que hablemos cada hora.

Wat zij niet willen, komt naar ons toe".
¡No queremos otro que nos mande!”.

Zij willen hun leven structureel verbeteren
Queremos mejorar estructural sus vidas

Zij willen dat ik jou oppik?
¿Quieres que te recoja?

Zij willen met ons nooit nog besturen.
Nunca quisieron gobernar con nosotros.

Zij willen niet als minderheid in een Joods Israël leven.
No quiero ser una minoría judía dentro de Israel.

En zij willen het aan God teruggeven.
Quiera Allah regresarlos al Islam.

Wij weten al wat zij willen hebben.'.
Y sabemos lo que queremos.".

Zij willen dat ik getrouwd word!
¡Quieres que me case!

Zij willen weten wat al hun researchgeld opgeleverd heeft.
Querrán saber lo que obtuvieron con el dinero invertido.

Zij zijn gevangengezet omdat zij hetzelfde willen als wij.
Fueron encarcelados por querer exactamente lo mismo que queremos nosotros.

Zo kan iedereen het zo vaak gebruiken als zij willen.
Así, cualquiera puede usarlo tantas veces como quiera.